Het schiet maar niet op met het aantal vrouwen in Nederlandse raden van bestuur en commissarissen. Moet er toch een quotum komen? Woensdag komen meerdere ceo's van het grote bedrijfsleven op uitnodiging van de Sociaal Economische Raad samen met wetenschappers en belangenorganisaties bijeen om dit en andere strategieën te bespreken voor meer vrouwen aan de top.
Onder de aanwezigen woensdag zijn de bestuursvoorzitters Wiebe Draijer (Rabobank), Ingrid Thijssen (Alliander) en PwC-topman Ad van Gils. Ook prinses Laurentien is aanwezig. Samen met organisaties als Talent naar de Top zullen zij in besloten kring ervaringen uitwisselen over 'best practices' en randvoorwaarden om diversiteit te bevorderen.
Dit jaar moet er een knoop worden doorgehakt. Na opnieuw achterblijvende cijfers over het aandeel vrouwen in de Nederlandse bedrijfstop waarschuwde verantwoordelijk minister Ingrid van Engelshoven (D66) vorig jaar dat zij 'stevige maatregelen' niet zal schuwen. Zij heeft de SER gevraagd om te komen met een advies over zowel gender als culturele diversiteit in de top, dat deze zomer moet zijn afgerond.
'De problemen die vrouwen ervaren op weg naar de top komen deels overeen met die van mensen met een migrantenachtergrond,' vertelt SER-voorzitter Mariëtte Hamer. 'Veel gaat via netwerken. Je kiest iemand die op jou lijkt. Dat patroon moeten wij zien te doorbreken.'
Dat gaat tot nu toe tergend langzaam. Zo blijft het aandeel vrouwen in raden van bestuur en commissarissen al jaren schommelen rond respectievelijk de 10% en 15%, terwijl het wettelijk streefcijfer 30% bedraagt. Daarom wil de commissie Monitoring, die toeziet op naleving van de Wet bestuur en toezicht (Wbt), vanaf volgend jaar een quotum instellen.
Het is een optie die de SER onderzoekt. Hamer: 'Wij kijken naar al het internationaal beschikbaar onderzoek om vast te stellen wat de succes- en faalfactoren zijn van een dergelijk quotum.' In landen als Noorwegen en IJsland bestaan quota al langer.
Dat een quotum de oplossing zou zijn staat niet vast, benadrukt Hamer. 'Dan zou ik vooruitlopen op ons advies. Maar wat wel al duidelijk is, is dat een quotum alleen niet voldoende zal zijn. Ook de bedrijfscultuur en de randvoorwaarden moeten kloppen.'
Volgens Hamer stromen er vaker vrouwen door naar de subtop, maar blijven ze daar vaak hangen zonder dat ze doorstoten naar de top. 'Dan hoor je vaak: “ze ambiëren het zelf niet”. Maar daar zetten wij grote vraagtekens bij. Wat tot nu toe uit onze gesprekken met ervaringsdeskundigen blijkt, is dat als de bedrijfscultuur open en flexibel is, met ruimte voor eigenheid, dat vrouwen wel degelijk hun plek willen en kunnen innemen. En dat komt het bedrijf ten goede.'
Bron: FD