Bedrijven slagen er niet in om het streefcijfer van 30% m/v in de top op eigen kracht te realiseren. Het aandeel vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen neemt daarvoor te weinig toe. Dit staat in de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017 die werd uitgevoerd op verzoek van minister Ingrid van Engelshoven van OCW om het streefcijfer uit de Wet bestuur en toezicht te monitoren. Het rapport 'Een beetje beter, maar nog lang niet voldoende' ontvingen minister van Engelshoven en VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer vandaag uit handen van Caroline Princen, voorzitter van de commissie Monitoring Streefcijfer Wet bestuur en toezicht. De commissie pleit voor een afdwingbaar quotum en de komende jaren stevig in te zetten op betere handhaving van de wet.
Het wettelijk streefcijfer is niet hard genoeg, concludeert de commissie. De wet mist invulling en scherpte en wordt onvoldoende nageleefd. Zolang het ´pas toe of leg uit´-principe niet wordt gehandhaafd, blijft de wet een tandeloze tijger. De commissie dringt er bij de overheid op aan de komende jaren, tot de huidige wet afloopt op 1 januari 2020, instrumentarium te ontwikkelen om naleving van de wet te bevorderen en handhaving te verbeteren. Na 2020 pleit de commissie voor een ‘ingroeiquotum’: een stapsgewijze verhoging van een quotum dat op termijn effectief leidt tot het behalen van het einddoel van 30% m/v aan de top.
“Deze resultaten zijn echt om te huilen. Ik wil én kan dit niet begrijpen. Een heel groot deel van de bedrijven doet helemaal niets om werk te maken van een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de top van hun bedrijven. De maat is vol.”
Lees verderGrote groep bedrijven blijft achter
Het percentage vrouwen in de rvb en rvc stijgt tergend langzaam. Uit de monitor blijkt dat de raden van bestuur eind 2016 voor gemiddeld 10,7% uit vrouwen bestond. In 2012, vóór de invoering van het streefcijfer, was dat 7,4 procent. In de raad van commissarissen wordt 15,0% van de zetels door vrouwen bezet, in 2012 was dat 9,8%.
Het aantal bedrijven dat het streefcijfer van 30% heeft gerealiseerd is gering. Eind 2016 had 16,7% het streefcijfer gerealiseerd in de rvb en 23,4% in de rvc. Het aantal bedrijven dat een evenwichtige verdeling van de zetels heeft gerealiseerd in zowel de rvb als rvc blijft steken op 6%.
De toename van het aandeel vrouwen komt al jaren voor rekening van een kleine groep voortrekkers. Een omvangrijke groep bedrijven blijft achter en komt niet in beweging. 70% van de bedrijven had halverwege 2017 nog geen enkele vrouw in de rvb en de helft had geen vrouw in de rvc.
Bedrijven benoemen te weinig vrouwen
Bedrijven maken onvoldoende gebruik van de mogelijkheden die ze hebben om vrouwen te benoemen. Slechts een kwart van de bedrijven die het wettelijke streefcijfer moeten toepassen, heeft in 2016 vrouwen benoemd voor vacatures in de rvb, voor de rvc deed 37% dat. In eerdere jaren was dat hetzelfde. Het wordt dus niet beter.
Transparantie in jaarverslag blijft onvoldoende
Vennootschappen die het streefcijfer van minimaal 30% m/v niet hebben bereikt, moeten in het jaarverslag uitleggen waarom dat niet gelukt is. Meer dan de helft doet dat niet. Slechts 6% voldoet voor de rvb aan alle wettelijke rapportageverplichtingen en 9% voor de rvc. Dat is sinds de invoering van de wet in 2013 niet verbeterd.
Betere resultaten bij top 200 en ondertekenaars charter Talent naar de Top
Bij de tweehonderd grootste bedrijven neemt het aandeel vrouwen in de rvc wél sneller toe. Ook de bedrijven die het charter Talent naar de Top hebben ondertekend boeken sneller voortgang. Dat het deze bedrijven beter lukt, komt omdat zij steviger inzetten op m/v-diversiteit in de top: zij nemen meer maatregelen en benutten vacatures aantoonbaar vaker om een vrouw te benoemen.
Aanbevelingen van de commissie Monitoring Streefcijfer Wet bestuur en toezicht
Op basis van het onderzoek heeft de commissie Monitoring aanbevelingen geformuleerd voor de politiek en het bedrijfsleven: